‘Een gesprek tussen decaan Thijs Kisteman en HAVO-5 leerling Stefan Heida van het Greijdanus College Meppel’

Thijs: Binnen het Greijdanus College Mep- pel ben ik drie dagen werkzaam als decaan. Ik begeleid leerlingen uit alle leerroutes binnen deschool. Elke leerroute heeft zijn eigen traject en vraagt een eigen aanpak. Dat maakt mijn werk

erg afwisselend. We beginnen al vroeg binnen de opleiding met begeleiden en oriënteren richting een ver- volgstudie.

Stefan: Aan het eind van de derde klas van de HAVO heb ik een pro el moeten kiezen. We hebben toen o.a. voorlichting gehad over welk pro el het beste past bij bepaalde studierichtingen. In de vierde klas zijn we in verschillende projecten aan de slag gegaan met onze competenties, waar onze interes- ses liggen en waar we goed in zijn.

Thijs: Het doel van zo’n project is dat we de leerlingen eigenlijk zelf in kaart laten brengen waar hun talenten, competenties, grondhouding en interesses liggen. Om dit verder te ontwikkelen zijn we hiervoor aangesloten ‘Havisten Competent’. De kans op slagen op het HBO is groter wanneer je een aantal belangrijke competenties hebt ontwikkeld en door hier tijdens het voortge- zet onderwijs al aandacht aan te besteden maakt het de overgang voor HAVO- leerlin- gen minder groot.

Ik vermoed dat het één van de redenen is waardoor het Greijdanus College Meppel op dat gebied sterk scoort qua loopbaanbe- geleiding. Uit cijfers is gebleken dat er een hoger percentage van onze leerlingen een passende studie kiest en hun propedeuse en/of een diploma binnen de daarvoor ge- stelde tijd behaalt.

 

ALS DE INTRINSIEKE MOTIVATIE ER IS DAN KUN JE VEEL BETER BEGELEIDEN RICHTING EEN KEUZE WAAR DE LEERLING OOK ZELF ECHT ACHTERSTAAT.

Stefan: Ik wist eigenlijk niet echt wat ik wilde gaan doen aan het begin van mijn examenjaar. Ik vond heel veel dingen inte- ressant. De individuele gesprekken met de decaan en het maken van een test hebben me geholpen om daar een studie bij te vin- den en een keuze te maken. Hij weet veel meer hoe de studies er in de praktijk uit zien. Dat kun je niet vinden op websites of in folders. Ik ben er zeker van dat ik straks wil starten met de studie European Studies op de NHLStenden in Leeuwarden.

Thijs: Het aanbod van vervolgstudies is tegenwoordig erg groot en veel internatio- naler gericht als vroeger. Het is als decaan belangrijk om op de hoogte te zijn van deze ontwikkelingen en samen met de mentor de leerling op dit vlak te begeleiden.

Stefan: Uiteindelijk moet je zelf bij de de- caan komen met je vragen. Het is niet zo- als bij een mentorgesprek dat het ‘moet’. Ik heb die gesprekken met de decaan gevoerd omdat ik dat zelf echt wilde en omdat hij daar beter in kan helpen als mijn vrienden of ouders.

Thijs: Dat is leuk dat je het zegt, want dat is ook wat ik zelf het liefste zie gebeuren bij leerlingen. Als de intrinsieke motivatie er is dan kun je veel beter begeleiden rich- ting een keuze waar de leerling ook zelf echt achterstaat. Het liefste zie ik dat natuurlijk ruim voor de eindexamens gebeuren, maar soms is een leerling daar gewoon echt nog niet aan toe. Het blijft voor elke leerling uit- eindelijk maatwerk, maar de leerling blijft daarin leidend en is, naar mate hij ouder wordt, steeds meer eigenaar van zijn eigen keuzeproces.

IK VOND HEEL VEEL DINGEN INTERESSANT. DE INDIVIDUELE GESPREKKEN MET DE DECAAN EN HET MAKEN VAN EEN TEST HEBBEN ME GEHOLPEN OM DAAR EEN STUDIE BIJ TE VINDEN EN EEN KEUZE TE MAKEN.

Pin It on Pinterest

Share This