Een vooruitstrevende club mensen met een eigenzinnig karakter. Wolderwijs dient in den lande nogal eens als voorbeeld hoe onderwijs er in de toekomst uit kan komen te zien. Integrale Kindcentra zonder schotten tussen basisonderwijs en kinder- en peuteropvang en dat allemaal in een rustige groene en uitdagende omgeving.

Bestuurder Martijn Mulder van Wolderwijs en Jeanine Blokzijl, coördinator IKC binnen Wolderwijs, zijn trots op hun organisatie en stralen dat ook naar buiten toe uit. ‘Wolderwijs staat voor kleine scholenbeleid en voor de grotere scholen ontwikkelen we IKC’s. Waarom onderscheiden we ons nog meer van de rest? Vanwege onze Plusklassen, de eigen Wolderwijs Academie en onze forse investeringen in bijvoorbeeld ict en onderwijskwaliteit, beantwoordt de bevlogen bestuurder zijn eigen vraag. ‘Voor kleine scholen zijn we nadrukkelijk bezig met de kwaliteit en het belang van de samenleving.’

 

Behoud kwaliteit

De kracht van Wolderwijs is volgens Jeanine Blokzijl de eigenzinnigheid, wat heel wat anders is dan eigenwijsheid. ‘In een situatie van krimp koersen wij voor de (kleine) scholen juist af op behoud van kwaliteit, dat staat voorop bij Wolderwijs.’ Er zijn landelijke ontwikkelingen gaande om “peuteronderwijs” te verbinden met “kleuteronderwijs”. Voor kinderen is het belangrijk om in hun eigen omgeving op te groeien en te ontwikkeling. Het behoud van eigen kindvoorzieningen zijn ook belangrijk in kleine kernen.

Bij De Wolden zijn ze daar al langer mee bezig. ‘Uit het jaarlijks onderzoek van de Drentse Onderwijsmonitor blijkt dat er een achterstand is in deze provincie op gebied van taal en lezen. Die taalontwikkeling is heel belangrijk voor peuters, maar wij zetten ze niet in de schoolbankjes. Het gaat juist om spelenderwijs leren’, weet Mulder maar al te goed.

 

Individuele kind

Wat de bestuurder betreft moeten de kinderen in de toekomst steeds uitdagender onderwijs aangeboden krijgen, maar wel gericht op het individuele kind. ‘Wat je ziet, is dat de nadruk vooral ligt op taal, rekenen en lezen, vooral omdat de Onderwijsinspectie nog langskomt. Voor de kinderen is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan sport, cultuur en muziek. Wij hebben daarom bijvoorbeeld vakdocenten sport van de ALO aangenomen. En techniek is belangrijk, wij denken erover na hoe wij daar nog meer aan kunnen doen’, zegt Mulder. ‘Wij willen kinderen uitdagen op het eigen op het eigen niveau.

De een wil inderdaad graag creatief of sportief bezig zijn, de ander zit liever met zijn neus in de boeken. De talenten van kinderen willen we meer naar boven halen, kinderen hoeven niet allemaal naar het vwo’, betoogt Blokzijl. Ze is blij met de komende ontschotting van kinderopvang en onderwijs én de samenwerking met het Centrum Jeugd en Gezin, Welzijn en diverse verenigingen.

Iedereen leefde maar op een eilandje, terwijl je hetzelfde werk doet en met dezelfde kinderen in contact komt. Het streven is om niet meer op die eilandjes te werken, maar alle lijnen te verbinden rondom het kind. Het kind staat centraal, niet de organisaties. Dan is er ook sprake van het ontzorgen van ouders en is er maar één loket.’ Mulder zegt voortdurend constructief in gesprek te zijn met de gemeente De Wolden. ‘Die heeft een hierin ook een voortrekkersrol, die stemt het tevens met de twee andere schoolbesturen in De Wolden af.’

 

Verbinding

Wolderwijs krijgt veel bezoek van organisaties die meer willen weten hoe het proces van Brede School naar IKC loopt. ‘In een IKC heb je een voordelige verbinding, want de pedagogisch medewerker en leerkracht vullen elkaar perfect aan. De laatste is vooral theoretisch bezig, de pedagogisch medewerker praktisch ingesteld’, benadrukt Blokzijl. ‘We kunnen deze mensen zelfs uitwisselen ieder met z’n eigen expertise. Een pedagogisch medewerker kan bijvoorbeeld ingezet worden in de klas bij ondersteunende taken’, vult Mulder aan. Maar ook de vakleerkrachten hebben een rol bij het naschoolse aanbod. Peuters gaan ook mee met de onderbouw als er activiteiten zijn. ‘Daarom denken wij dat we onderscheidend zijn. We lopen niet achter de massa aan en bieden hoogkwalitatief onderwijs en opvang aan.’

De periode van krimp lijkt overigens wel voorbij. ‘We zien nu voor het eerst dat we er weer kinderen bij hebben gekregen, veertig per 1 oktober 2017 en dat is meer dan verwacht. Het ziet er naar uit dat het aantal stabiel blijft’, schat de bestuurder in.

Pin It on Pinterest

Share This